Wolven op intensive care

wolf-2559391_1280Het idee voor een sjamanistische reis op de Corona afdeling ontstond toen ik patiënten in buiklig zag, als vissen happend naar zuurstof uit beademingsmachines. De houding zorgt voor een betere doorbloeding van de longen. De patiënt wordt daarbij in een kunstmatige slaap gehouden, waaruit hij wel of niet meer zal ontwaken. “Ga ik nu dood?” vroeg een patiënt, net voor hij in zo’n slaap werd gebracht, dat getuigt een intensivist in de krant. “We gaan alles doen om je erdoor te halen,” luidde zijn eerlijke maar weinig geruststellende antwoord. De patiënt was als een astronaut, die voor de lancering van de raket in zijn krappe capsule gegidst wordt en hoort hoe de deur achter hem gezekerd wordt. Nu staat hij er alleen voor, rondzwervend in de schemerzone tussen leven en dood.

De link met de wereld van het sjamanisme klonk steeds luider. In traditionele culturen zijn trance reizen een gekend ritueel. De sjamaan zingt en/of trommelt, terwijl de persoon die de reis naar andere werelden onderneemt in een bepaalde houding zit of ligt. Het soort houding bepaalt de intentie van de reis en het soort ervaringen die zullen beleefd worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verwerven van diepere inzichten of om een healing te ontvangen. Liggende houdingen zorgen doorgaans voor reizen in de onderwereld, met grotten, onderaardse meren, grootse landschappen en krachtdieren vol symboliek. Vaak onderneemt de sjamaan zelf de reis, hij is immers de schakel tussen de mensenwereld en die van de spirits.

SamiPosture

Er bestaat een prent uit 1673 waarop zo’n ritueel staat afgebeeld bij de Sami, het traditionele rendiervolk uit Scandinavië. Een sjamaan ligt op zijn buik met zijn trommel op zijn rug, zijn rechter enkel over de linker. Een begeleider trommelt hem de trance in. Het is de enige bekende sjamanenreis met een houding in buiklig. Ik vroeg me af of zo’n Sami ritueel me op een of andere manier zou kunnen verbinden met de Covid patiënten, die in een gelijkaardige houding in een andere wereld vertoeven. Deze week deed ik de test. Het was behelpen, zo in eigen kot, maar gelukkig heb ik een CD met een sjamanentrom. Dit is mijn relaas.

Ik beland bijna onmiddellijk op een afdeling vol Corona patiënten in buiklig. Het is nacht en de ruimte wordt gevuld door het betrouwbare ritme van de beademingsmachines. Op monitors tintelen getallen. Ruggen en borstkassen rijzen schier onmerkbaar zachtjes op en neer. Ik krijg het beeld van baby’s op een moederbuik of beter gezegd, kwetsbare patiënten liggend op de buik van Moeder Aarde. Over de vloer beweegt iets, het is een slang, dan nog een. Het duurt niet lang of op elk bed kronkelt wel een slang over de patiënt. Ze hebben niets dreigend of luguber in de zin, ze zijn hier enkel als krachtdier. De slang heeft de unieke gave om zijn oude huid te kunnen afwerpen en te vervangen door een nieuwe. Daarom staat hij symbool voor vernieuwing, genezing en wedergeboorte. Ze ondersteunen de patiënt bij dat proces. Degenen die het overleven zullen het leven door een nieuwe bril bekijken, dankbaar voor het herstel. Meer verbonden met hun geliefden, met de spirituele wereld. Hun transformatie zal aan hen een nieuwe, diepere dimensie van het leven onthullen en hun ziel doen groeien in wijsheid en in liefde. Maar voor zij die het niet zullen halen staat er een minstens even grote transformatie op til. Een die zal leiden naar een wedergeboorte in de spirituele wereld.

De slangen verdwijnen, ze ruimen plaats voor een roedel wolven die zich gedisciplineerd in de ruimte installeren, elk aan het voeteinde van een bed. Daar zitten ze neer als wakers, alert en kijkend naar de leidster van het gezelschap, een witte wolvin. Wolven creëren orde in de chaos, ze brengen balans. Het zijn ook familiedieren, trouw en zorgzaam voor elkaar. In dat opzicht zijn ze het verlengstuk van de dokters en het verplegend personeel in de spirituele wereld. De wolven waken over de patiënten en zorgen ervoor dat ze niet zullen verdwalen in de wereld waarin ze zijn terecht gekomen. Niemand voelt zich alleen of bang in hun geruststellende nabijheid.

Dan gebeurt er iets bijzonders. Een patiënt staat op het punt om over te gaan. De witte wolvin merkt dit op, springt op het bed en gaat naast de man zitten. “Je hoeft niet bang te zijn,” brengt hij telepatisch over. “Ik ken de weg.” In de Griekse oudheid vormt de rivier Styx de grens tussen leven en dood. Veerman Charon vervoert de zielen van de gestorvenen over deze rivier naar de overkant, naar het rijk van de doden. Net deze week is er in de Kempen meermaals een wolf gesignaleerd. Deze wolf is er kennelijk als eerste in geslaagd om het Albertkanaal over te steken. Geen sinecure, naar de overkant zwemmen is omwille van de steile betonnen oevers bijna zelfmoord voor een wolf. Maar het zijn zo’n intelligente spoorzoekers dat ze zo’n situatie goed kunnen inschatten. Misschien vond hij een plek met een trap in de oever of vond hij een brug waar hij low profile over kon. De weg vinden en tonen aan soortgenoten is een talent van de wolf. Zo toont de witte wolvin ook de weg aan de gestorven man. Zij is de gids over zijn rivier naar de overkant, waar de ziel van de man veilig wordt afgezet. De wolvin wordt bedankt, ze nemen afscheid.

De ziel wordt getrokken naar een plek vanwaar tromgeluiden opstijgen. Hij gaat ernaartoe en komt terecht bij Sami, gehuld in rendiermantels en zittend in een kring. Een sjamaan, duidelijk de leider in dit ritueel, trommelt met gesloten ogen. Er heerst een soort van opwinding. De ziel ziet hoe een dode persoon op een draagbaar naar de kring wordt gebracht en in het midden neergelegd. Het is patiënt nul, de allereerste Chinese drager en slachtoffer van het virus. Er wordt gezongen en eer betoond aan deze man, die een goddelijke opdracht heeft volbracht. Hij is het, die zich heeft opgeofferd om een noodzakelijke transformatie op Aarde in gang te zetten. De ziel van de man ziet dat hij niet alleen is. Ook de zielen van alle andere Covid doden staan rond de kring en lijken met een energetisch koord met elkaar verbonden. Ook hij wordt ermee geconnecteerd. Er komt een adelaar aangevlogen, terwijl de sjamaan zijn getrommel intensifieert. De adelaar grijpt patiënt nul en vliegt ermee weg, samen met alle met alle andere zielen, verbonden in een soort van DNA-streng. De adelaar gaat steeds hoger, tot ze allemaal uit het zicht verdwijnen en liefdevol ontvangen worden door de Grote Geest. De sjamaan stopt met trommelen en zingt een danklied. De Sami luisteren ademloos. “Het is volbracht,” zegt de sjamaan en glimlacht. In de verte huilt de witte wolf.

 

2 Comments on “Wolven op intensive care

Plaats een reactie