Flamenco

De Flamenco namiddag in bar Alleluya in Jalon bestaat niet uit zwierige rokken, klakkende voetenkracht of trotse hemelarmen. De schorten van de diensters verwijzen nog enigszins naar ongetemde, Spaanse vrouwenfierheid, ware het niet dat hun dans zich beperkt tot het aandraven van tapasplanken en lokale wijn, slalommend tussen de gastentafels die voor de helft zijn ingenomen door Spaanse familieonderonsjes en voor de andere helft door gemigreerde Engelse pensionados en een worp toeristen. Al snel wordt duidelijk dat Flamenco hier een verzamelnaam is voor “iets muzikaals” en vandaag worden de honneurs waargenomen door een mannelijk duo waarvan de eerste gitaar en zang voor zijn rekening neemt en zijn kompaan een begenadigd percussionist blijkt van alles waar je hand- of voetmatig klank uit kan timmeren. Ze doen wel hun stinkende best, met een overgave waarmee elk nummer het beleefdheidsapplaus weet te overstijgen.

Tijdens het optreden verdwijnen gefrituurde inktvisringen, gekruide gehaktballetjes en patatas bravas in gulzige monden, bier en wijn klokken doorheen dorstige kelen. Roddels en gevatte oneliners keilen over en weer, het gelach werpt zijn bedeesdheid af. Niet zo bij het koppel Engelse bijna-tachtigers aan het tafeltje achter ons. Zij, in zondags klassiek met oorringen die van generatie op generatie lijken doorgegeven. Onder vuurrode wangen blijft haar mond zo strak als een streep, vanuit de mondhoeken bakenen ingesleten kanaaltjes haar kin messcherp af. Haar mannelijke wederhelft draagt een cliché Hawaiihemd met een diepblauwe zee waarop meerdere eilandjes gezellig ronddobberen. Mondhoekgootjes en Schreeuwerig Hawaii wisselen nauwelijks een woord. Ook de wijn die ze rijkelijk laten vloeien kan niet voor meer loslippigheid zorgen, alsof het laatste woord tussen hen al lang geleden is gezegd en dit stuk van hun leven enkel nog gedefinieerd wordt door een comfortabele stiltemars.

Nog tijdens het optreden komt vanachter de toog een oudere man aangeschoffeld tot vlak voor de zanger. In zijn hand een glazen wijnkolf waaruit aan de zijkant een smalle teut als een fallus oprijst. De percussionist roffelt zoals bij een aankomende circusact. De oude man, die met de rug naar ons staat, heft de kolf in de lucht en mikt de wijn door de teut met een pisstraaltje in zijn mond. Althans, zo lijkt het. Een bos aan smartphones legt het tafereeltje gretiger vast dan het optreden van het verdienstelijke niet-Flamenco duo. Pas wanneer de wijnvanger zich langzaam omdraait – terwijl hij blijft doorgieten – blijkt dat hij de wijn niet in zijn mond maar op zijn voorhoofd doet kledderen, waarna het over en langs zijn neus alsnog de weg naar zijn mond vindt. De act, die het midden houdt tussen een kruiswegstatie en een zatte nonkeltruc, oogst bijval. We laten ons vertellen dat het de eigenaar is van de tent die zijn publiek het kunstje van het huis nooit wil ontzeggen. Het niet-Flamenco duo wisselt net geen ogenrol en stemt de instrumenten voor het volgende nummer. Mister Flamenco neemt het handgeklap in ontvangst en druipt af, Bamboleo wordt ingezet.

Wijn Op Voorhoofd heeft de luim van Schreeuwerig Hawaii ondertussen een boost gegeven. Terwijl Mondhoekgootjes afwezig achteroverleunt met het glas in de hand, begint hij naburige conversaties te partycrashen, met wisselend succes. Ook in onze richting gooit hij een grap waar hijzelf smakelijk om moet lachen. Aan een Spaanse familietafel stroopt een bink onder luide aanmoediging zijn T-shirt omhoog. Vanop zijn gespierde rug kijkt een getatoeëerde tijger verschrikt de zaal in.

Het niet-Flamenco duo brengt zijn laatste nummer, de eerste gasten houden het voor bekeken. Wijnflessen worden nagekeken op restanten en geleegd in glazen. Schreeuwerig Hawaii zoekt tijgertattoo op. Of hij ‘m nog eens wil showen? De Spaanse bink blinkt, de tijger nog meer. Ondertussen rekent Mondhoekgootjes af met een Mastercard. Na het intikken van de code zet ze een flashy zonnebril op die de rest van haar outfit degradeert tot een figurantenrol. Vanachter de toog knikt Wijn Op Voorhoofd tevreden de vertrekkende gasten toe. Wanneer ze het pand verlaten, wisselt hij een blik van verstandhouding uit met Mondhoekgootjes, alsof ze samen mijmeren over wat hun leven had kunnen zijn. Schreeuwerig Hawaii tjokt achter haar aan, de wijn bezorgt hem de korte zaligheid waar hij zich telkens weer aan optrekt. Dan pas dringt het tot me door dat het allemaal spirituele leraars zijn, ons wijzend op het belang van niet af te glijden naar commoditeit en een slagveld aan gemiste kansen. Misschien is dat wel de echte geest van Flamenco, dat fiere rechtop vol panache en levensplezier. Dat tomeloze gooien van jezelf in het hart van het leven.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: